vrijdag 27 maart 2015

54 Homeside

"Een bombarde síl vous plait, mayonaise en eh.. sisekilo fula" De man achter het kippengaas knikt dat hij het begrepen heeft. Hij draait zich om naar de doos met (stok)broden op de grond en trekt een spijtig gezicht. Het brede brood is uitverkocht. "Tapalapa" mompelt hij en pakt behalve het smalle brood meteen  twee ongetwijfeld blauw gekookte eieren. "En little Jumbo please". Hij besmeert de opengesneden helften met mayo en prakt er een grauw hardgekookt ei tussen. Er overheen schraapt hij wat van een Maggiblokje, want zout gebruiken ze hier niet voor. Zo, nu heb ik behalve alles wat ik nodig heb ook alles  in een mix van Engels, Nederlands, Frans en Mandinka weten te bestellen. Mijn eigen Esperanto.

Achter me word ik aan mijn rok getrokken. Ik smelt als ik het stemmetje van Father Moss hoor. Jaja, een minty, een snoepje, en ik wijs de man op de mini lollies. Direct staat Appa erbij. "Fula (2) s'íl vous plait". Ik heb de snoepjes nog niet aangereikt of ook Binky staat erbij. Nog maar eentje dan. "Saba" besluit ik in goed Mandinka. Al komen er nog tien kids, hier hou ik het bij. Plots staat Taphas zus naast me. Ze wijst op de luiers. "Please?" Ja is goed, geeft u maar één luier! Ze moet snel achter me aan gelopen zijn toen ze me met portemonnee in de hand richting shop zag lopen. Terug op de compound begrijp ik er meer van. Haar zoontje van twee dommelt inmiddels op haar rug. Lijkt me inderdaad niet lekker als hij daar uitgebreid de boel onder gaat plassen. "Merci' zegt ze verlegen. Ze mag dan Taphas zus zijn, maar ze spreekt Frans omdat ze in Senegal opgegroeid is.

Thuis, in Taphas kamer op de family compound - hij noemt het homeside - probeer ik me vooral rustig te houden. Mijn nekwervel zit weer vast en ik kan geen kant op met mijn kop. Doodmoe word ik ervan. Liggen en pillen slikken. En af en toe naar buiten om de stand van zaken op foto vast te leggen. Tapha is een afdak voor de jeep aan het maken met de boys.En aangezien er hier geen Gamma is, trekt hij regelmatig naar de bush om een boom om te hakken. Na vier keer rijden staat er een geraamte dat nog het meest op een pergola lijkt. Trots prijken ze bij de hardhouten 'sticks' van soms wel 24 cm doorsnee. Gekapt met de machete, niks geen zaag, gewoon met het kapmes.

"Kong Kong" hoor ik MamToetie zeggen achter het gordijn. Klop, klop, kondigt ze zichzelf aan. "Tenaka how are you? Long time". Het is een aardige vrouw, ik mag haar, maar toch is het wachten op wat ze van me wil. En daar komt het. "Please Tenaka, may Tapha bring the tomatoes from the garden?" Ik lach en plaag "you have to ask Tapha". Natuurlijk snap ik wel waarom ze het mij vraagt, het is mijn auto. Toch laat ik haar nog even darren. Tapha ook. Die heeft net een flesje Fanta open getrokken en een biertje voor mij. "Is dark" lacht ook hij. "Please, please!" smeekt MamToetie. Ik  vraag haar wat er gebeurt als we het niet doen. Dan kan ze morgen niet met de teilen tomaten naar de markt om ze te verkopen en dan gaan ze dus rotten, vertelt ze treurig. Ik doe alsof ik geschokt ben en zeg dat dat niet mag gebeuren. Tapha heeft inmiddels de Fanta achter zijn kiezen en steekt stoer een sigaret op. "En kaa taa!..lets go". MamToetie stapt dolgelukkig de kamer uit. Het donker in. Het is kwart over acht.

woensdag 25 maart 2015

53 Home again

Het is een geluidloze film. Tapha bij de put haalt emmer na emmer omhoog. Saynee  brengt ze rond naar de bananenplanten. De zon is al een kwartier geleden verdwenen. Het laatste licht van deze dag wordt door de lucht weerkaatst over het zand dat oranje kleurt. Stilte. Niets dan stilte. Ik ben terug op de compound, terug in de Roundhut na een week bij een vriendin in Sanyang. Om bij te komen van alles. Dat is gelukt. Ik voel me hernieuwd na zitten, liggen, boekje lezen, slapen en ontspannen. 

Als ik om me heen kijk kan ik niet geloven dat dit alles van ons is. Nou ja.. eh.. zou moeten zijn. Maar dat is van later zorg. Nu  gewoon genieten. En geen 'disturbance from people'  hoop ik voor de komende twee - tevens laatste - weken. Even geen (storende) mensen alsjeblieft. Gewoon alleen met of zonder Tapha, want die gaat overdag naar de garage. Gewoon een boek lezen of muziek luisteren en wat rond rommelen.  Want dat hier altijd iets te doen is was meteen duidelijk. Geen stromend water, altijd bukken om water uit het vat te halen.  Au! mijn onderrug, au! mijn been.. Niet dat het bij Marijke over was, helaas niet,  maar het werd tenminste niet extra geirriteerd. Al in de eerste minuut is duidelijk dat ik heel erg op mijn lijf zal moeten letten. Mijn handen zijn alweer pikzwart van de houtskool waarmee ik het vuurpotje aangemaakt heb. 'For bath'.. zodat Tapha straks een bad kan nemen. Een emmer warm water met een kop over zijn lijf gieten. Ik ben weer thuis.

De hondjes heetten me welkom. Sally en haar vier wéér groter geworden puppies. Ze zijn door het dolle heen en sprongen van alle kanten tegen me op.  Ik heb direct de borden met hondenbrokjes gevuld en twee bakken met water neer gezet. Maar ze zijn té opgewonden om te eten of te drinken. Ze springen wild van bord naar bord, met zn vijven verdringen ze elkaar boven het ene bord terwijl de andere twee borden toch echt dezelfde brokjes hebben. Sally komt al helemaal niet aan eten toe door de drukte van haar baby's. Ze laat zich rustig aaien door mij, en luistert naar de lieve woordjes die ik haar influister. Ach wat heb ik ze gemist.

Ondertussen is er qua ontwikkeling weinig tot niets gebeurt. Niet wat betreft de aankoop van de grond en ook (nog) niet qua visum voor Tapha. Hoewel we - de advocaat en ik - daar nu wel flink werk van maken. Ik heb op voorhand twee afspraken voor Tapha in Dakar, Senegal gepland, om het felbegeerde stempel in zijn paspoort te laten zetten. De advocaat heeft de IND dagelijks telefonisch achter de broek aan gezeten. Begin volgende week zou de uitslag - ja dan de nee visum?! - er moeten zijn.
I keep my fingers crossed en wie er voor ons keihard wil gaan bidden is van harte welkom! Alhamdoulilah!

donderdag 19 maart 2015

52 Rusthuis Marijke

Roe-koe-koe..roekoe-koe. Ik word gewekt door een duif in de uitbundig rode Bougainvillastruik voor het huisje. En door een grasmaaimachine die met schrapende messen het harde Bahama-grass snijdt. En door voetstappen op het schelpenpaadje. "Goeiemorgen, ben je al wakker?" Marijke staat voor de hordeur met ontbijt onder een theedoek op een heus dienblaadje. Dit is verwend worden. Zo lief. Ik moest maar eens een weekje tot rust komen, zei ze. Bij haar in Sanyang.

Toen gisterochtend mijn rug er  erger dan ooit aan toe leek en mijn been het af liet weten en de tuinman zich weer had laten zien, wist ik wat me te doen stond. Inpakken en wegwezen. En nu zit ik hier op de rand van een echt bed, met echte lampen die het doen en echte electriciteit die de telefoon en mijn laptop aan de gang houdt. En muziek. Ik had destijds het luidsprekertje/opladertje voor de I-pod verstuurd.  Tracy Chapman, Concha Buika, Youssou N'Dour, Tom Waits met "The heart of Saturdaynight".  Een luisterboek met de toepasselijke titel "Buiten is het Feest".  In het rieten kastje liggen mijn kleren, toiletspullen en nog meer boeken. Kapuscinsky, Lieve Joris, Pedro Ros Mendes en last-but-not-least een thriller van Thomas Ross. Liggen en lezen, dat is het plan. En af en toe onbelast bewegen. En pillen slikken die niet alleen pijn stillen maar me ook slaperig maken.

Rusthuis Marijke. Het klinkt als Beverwijk 1950, maar heeft er niets van weg. Ik ben Marijkes enige 'gast'. Ze heeft me een lief huisje in bruikleen gegeven, met een terras dat uitkijkt op haar tuin, vol met gele, roze en paarse bloemen. Enorm uitwaaierende cactussen en heggen langs het pad met witomrande groene blaadjes. Een paradijsje. Ver van de problemen op mijn compound. Ver ook van de hondjes en Tapha. Hoewel het eerder mentaal ver is dan fysiek. Een kleine twintig minuten met de auto scheidt me van hen. Echter, auto rijden doe ik niet. Niet handig als je voet van het pedaal valt of je het onderscheid niet voelt tussen gas- en rempedaal. Tapha heeft de jeep mee en gaat de bullbar er weer aan bevestigen. Die was er laatst ook doodleuk voor driekwart vanaf gedonderd toen hij met teveel haast achteruit reed en de ijzeren poort raakte. Die hield het zowaar, de bullbar niet. Met een verdwaald touwtje haastig vast geknoopt kon Tapha me nog net op tijd naar de weg brengen om Tien1 uit te zwaaien. Never a dull moment.

Nog drie en een halve week te gaan. Vooruitlopend op de beslissing die de IND gaat nemen - natuurlijk mag uw man met u naar Nederland komen! - heb ik twee afspraken met de Ambassade in Dakar gemaakt. Voor 4 en 6 april om het felbegeerde stempel in Taphas paspoort te laten zetten zodat we vier dagen later samen kunnen afreizen. In verband met deze afspraak zal hij een dag van tevoren heel vroeg opstaan om om zes uur 's ochtends de Gambiarivier met de roestige ferry over te steken. De daarop komende uren zal hij opgepakt zitten tussen zeven andere Gambianen in een afgedankte Peugeot, om de dag daarop keurig optijd zich te melden bij de Ambassade. Komt goed, zeg je dan om jezelf moed in te spreken. Hoewel ik in mijn achterhoofd heel goed weet dat de IND er rustig weer twee maanden over gaat doen om de nieuwe papieren te bestuderen. Sometimes life sucks. En zo ie het maar net.

woensdag 18 maart 2015

51 TenakaTwo!

De zon staat ademloos hoog aan de hemel. Binnen is het koel. MamaMat- zo noem ik  Mamadou van de rieten plafondmatten - plaatst de laatste matten tegen het plafond. Bij gebrek aan een trap staan hij en zijn hulpje voor vandaag Saynee, op een geïmproviseerde steiger van roestige ingedeukte drums met daar overheen  rafelige palmsticks. Hun loopplank. Voor de verandering heb ik alles aan kopjes, pannen en flesjes, kortom, alles wat omver geschopt of vertrapt kan worden, van het aanrecht gehaald. Werkers hier hebben alleen oog voor hun werk. De rest is in het beste geval bijzaak.

Ikzelf hou me - ook voor de verandering - afzijdig. Min of meer gedwongen door mijn lijf dat rust wil. De diclofenac die ik al weken slik te samen met paracetamol, is op. Doodgewoon óp. In de plastic box zit van alles wat ik niet nodig heb. Plaspillen - absurd want hier plas je alleen 's nachts - valium, diarreeremmers, malariapillen, hystaminetabletten, artrose pillen en diverse antibiotica kuren. Alles wat niet de pijn in mijn rug en de uitstraling naar het been kan verlichten. Misschien een dag gaan liggen? Niets doen? Lezen en een beetje dutten? Bijna niet voor te stellen hoe dat eruit ziet en dus maar domweg doen.

Het blijkt geen straf. In de palo timmeren de mannen houten sticks langs de randen van de matten. Het is een wirwar van latjes die plots ophouden om een halve meter verderop weer verdergaan. De logica is me niet duidelijk. Het heeft dan ook niets van mooiigheid en is louter functioneel: het houdt de matten omhoog.
Door het open raam in de slaapkamer zucht een koel windje naar binnen. De batik gordijnen bollen op als zeilen in de wind om even later weer doodstil in de deuropening te hangen.
Tapha is naar zijn werk. Het is belangrijk dat hij deze laatste weken nog flink wat geld verdient. En dus is iedere klant welkom. Een oude man die al jaren met een aftands bestelautootje bewoners van Kartong naar Gunjur vervoert, heeft besloten dat zijn vehikel nu rijp is voor de bush. Volgens Tapha zit er geen zijkant meer in. De opdracht is dan ook die er weer in te lassen zodat het niet langer op een skelter lijkt, vermoed ik.
"TenakaTwo, come here!" klinkt het vanuit de palo. MamaMat is klaar met zijn werk. Hoe moet ik  in godsnaam een loftuiting uitbrengen bij zoveel broddelwerk. Ik zucht en wijs op de plek waar de fitting van de tweede lamp in huis zou moeten hangen. Hij begrijpt direct wat ik bedoel en wijst lachend op het overgebleven gat in het plafond. "Aha! You go like soeloo again?" vraag ik hem, denkend aan de vorige keer toen hij zich als een aap omhoog worstelde en door datzelfde gat naar binnen kroop om de elektriciteitsdraden door de matten te steken. "Correct!" is zijn antwoord en sleept de drums naar het gat. Een paar blokken erop en het is hoog genoeg om naar binnen te kruipen.

Ondertussen veegt Saynee de vloer aan. Even ervoor had MamaMat me duidelijk gemaakt dat hij de door Saynee opgehaalde bread-with-beans niet van plan was op te eten zonder drinken. "Tenaka Two! I need hot water!" en wijst op de plek waar voorheen het gasstel op het aanrecht stond. Het is er letterlijk een puinzooi. Met één veeg van zijn hand denkt hij de boel de kamer in te kunnen vegen. "Stop! Ho! I clean first!" roep ik snel. Het is gedaan met de rust. Ik draai de steel van de bezem en gebruik hem als stoffer. Gelukkig had ik van de week net een plastic blik aangeschaft. Zonder stoffer uiteraard want dat kennen ze hier niet. Alles wordt bij elkaar geveegd middels een bosje samengebonden riet. Ik kan er niet mee omgaan en zwiep alles van voor naar achter en van links naar rechts.
"I stop my work ok?!"en ga de slaapkamer in om mijn verhaal af te maken. Eventjes. Want het water zal zo wel koken. "Jigando".. hot water for tea. De mannen gaan aan tafel zitten en eten hun (stok)brood met bonenmengsel. Althans, dat denk ik.
"TenakaTwo! come here! work is finished!" In de palo is geen MamaMat te zien. Hij zit nog verborgen achter het rieten plafond. Uit een gaatje steken een rood en een zwart elektriciteitsdraadje. Ik heb geleerd vol te houden en dus wijs ik op het over gebleven gat waardoor hij inmiddels is terug gekropen. "Door!" roept hij enthousiast. Jaja, een deur om in de toekomst bij de andere draden te kunnen. Hij lijkt echter allerminst van plan te zijn dat te regelen. "But a door can close?!" probeer ik hem verder te overtuigen. Hij spreekt een enkel woordje Engels en geen Mandinka. Saynee vertaalt: "Tenaka wil dat je het gat sluit met een mat. Een deur. "
 "Ok. No problem TenakaTwo!" en gaat naar buiten om nog een stukje mat op te duikelen. Ik hoor van alles, maar kan er niet uit opmaken of ze nu zijn gaan eten of dat ze met de 'door' bezig zijn. Krassend riet.  Buiten zit MamaMat zingend op zijn hurken boven de vooralsnog  te grote mat. Hij legt de machete met het snijvlak plat op de juiste afstand en slaat met en stuk hout erop. De mat splijt eronder. Even later wordt het stuk gevlochten riet tegen het gat gespijkerd. Over mooi hoeven we het niet te hebben. Het laatste gat is dicht en daarmee is het project afgesloten.

"TenakaTwo! Thank You!" roept hij enthousiast, en daar na nog drie maal "Tenaka Two!" En dan opeens blijkt hij Frans te spreken. "Beaucoup de travail aujourdhui ici.."en lacht vrolijk vanaf de drum. Nog even de fitting aan de draadjes hangen. In mijn beste Frans probeer ik "MamaMat est jolie hé?" en schudt vrolijk zijn benen heen en weer. Ik heb nog nooit zo'n vrolijke, optimistische werker mee gemaakt . Met zoveel eindeloos geduld. "Oui oui oui..jolie!" lacht hij. "Very soon I come to see your twins" zeg ik terwijl we even later aan de lemongrass-tea zitten.
 "Thank you Thank you! TenakaTwo!" knikt hij enthousiast. Binnenkort toch maar eens langs bij hem om zijn laatste tweeling te bewonderen. Zijn derde tweeling.

maandag 16 maart 2015

50 Grens

De radijsjes zijn heerlijk. Het zijn de eerste en tevens de laatsten helaas. Want de 'tuin' is gisteravond  door ons met enige spijt opgeheven. Tapalapa met mayo en radijsjes, ik kon het niet dromen. Wat ik ook niet kon dromen is hoe de steun die je aan iemand geeft zich als een boemerang tegen je kan keren. En de radijsjes uit de tuin-die-ik-niet-wilde-hebben-maar-toch-gemaakt-werd door de 'tuinman', zijn daar  helaas het voorbeeld van. De tuin is door Tapha leeg gehaald gisteravond in het donker, met radijsjes en al, om de aanwezigheid van de lastige 'tuinman' tegen te gaan. Bij het licht van de WakaWaka was dat in tien minuten gebeurd..
Het geval was dat de bedden al een week niet bewaterd waren en wij hadden en  hebben er geen tijd en energie voor. Dus gaven we de tuin uiteindelijk aan iemand die dat wel heeft. Toen de 'tuinman' uiteindelijk op kwam dagen was het oorlog. We zouden wel zien wie het sterkste was. Huh? Hoorden we dit goed?! Uit de mond van iemand die we bijna eindeloos gesteund hebben in moeilijke tijden? Ja dus. Stank voor dank zeggen wij. Was het maar stank. Daar knijp je gewoon je neus voor dicht. Maar dit is anders. Het is jennen, oorlog uitlokken, zo, dat je uiteindelijk - in het beste geval - maar je schouders ophaalt. Immuun voor alles wat ze je hier kunnen flikken en ook niet schromen omdat ondubbelzinnig te doen.
Ik treed niet nog méér  in detail. Dat zou maar  olie op het vuur gooien. Maar hopelijk is wel duidelijk dat het de sfeer op zijn zachtst gezegd, niet ten goede komt. Als Tapha zijn gezicht verkrampt van ingehouden kwaadheid en hij nauwelijks uit zijn toch al spaarzame woorden kan komen en woest de doodleuk vandaag opnieuw van plantjes voorziene bedden leeghaalt,  dan is iemand flink over zijn  (en mijn) grens gegaan.
En ondertussen is het stil op de compound met een brandende zon. Ondanks de donkere wolk die nu weer boven ons hangt. De 'tuinman' moet weg, maar laat zich niet wegsturen. Hij klimt desnoods over de muur en dringt zich naarbinnen, zoals hij dat gewoon is te doen, zowel in de levens van mensen als in hun compounds. Woest en gefrustreerd omdat ik hem al eerder de toegang tot de Roundhut had ontzegd wegens verregaande schending van onze privacy, zullen we maar zeggen. Was ik niet al zoveel jaar hier dan zou ik zeggen "je liegt, je overdrijft". Helaas. Eens temeer is gebleken dat "just following your interest"- wat zoveel betekent als alleen op je eigen gerief uitzijn -  op veel Gambianen slaat.
Zolang ik de goeden nog op één hand kan tellen hou ik moed en geloof in het goede van de (Gambiaanse) mens.. Preek ten einde.

Uren later. Het is donker en het stormt. Allah wordt van alle kanten aangeroepen.

zondag 15 maart 2015

49 Boys

We worden wakker  door schorre stemmetjes die hele verhalen vertellen.  Ik hoef er niet uit te gaan om me voor te stellen hoe de jongetjes op het rieten bed in de palo zitten met het grote boek vol plaatjes. De dubbele pagina met versierde cijfers is hun favoriet. Daarna de pagina met groenten. "Carrot! Supermee! Jabó!" Wortel! Kool! Ui! 
Kóntong, lunch. Stuk gekookt en allemaal bijna dezelfde kleur vanwege de Maggiblokjes worden ze vergezeld met gefrituurde Bonkavis, waarbij de fijne graten haast niet te onderscheiden zijn van het bijna zwart geblakerde vel.

Het 1000-woordenboek in Engels en Nederlands. De Dino's en Rhino's worden door hun vingertjes aan gewezen. Ik herken woorden als 'sterk'  en  'vechten' en probeer me hun  verhaal voor te stellen. Even later klinkt de gisteren voor Malang  aangeschafte kleine  djembé. Voorzichtig, want wij slapen nog. Gisteren op het strand kwam de oude man weer op me af om wat spullen aan me te verkopen. "Yes yes, I know you now! Action!Cheap! Because no customers today. Set Saturn you know?!" Ja, daar weet ik inmiddels van alles van. Vanochtend vertrok ik met Malang en Mustapha naar Sanyang Beach. Alle winkels waren tot mijn verbazing dicht. Geen auto op de weg. Zeker een begrafenis. Maar bij de graveyard was niets te zien. Even bij Marijke aanwippen misschien? Aldaar blijkt ze weg voor een paar dagen. Ik bel haar. Waar ik sta? Bij jou voor de deur! " Maar hoe kan dat nou? Het is Cleaning Saturday! Je mag tot 1 uur niet rijden!  Ben je niet aangehouden dan? " Niks gehoord of gezien, behalve de enorme knal bij Marijkes ingang. Daar is het zand een meterhoog opgestuwd om enigszins een doorgang naar haar compound te creëren. Helaas veranderde de jeep ter plekke in een zeilschip dat door het mulle zand recht op de afrastering van keiharde kromme  palen afstevende. Bang!! En daarna de stilte, want de motor hield er meteen mee op. De jongetjes geschrokken  achterin.  Ik buiten om eveneens geschokt de eventuele schade op te nemen. Niets aan de hand. Tapha had juist van de week de bumper opnieuw gelast.

"Hee!" klinkt het naast me, wat zoveel betekent als 'we slapen nog'.  Mandinka is een taal van commando's. He! Stop! Go!! Tapha heeft aanzien, direct stopt Malang met drummen. Vannacht werd ik wakker door gesnik, overgaand in hard huilen. "Tapha, wake up! Malang!" Want ook ik heb geleerd in commando's te spreken, zelf eruit gaan kan later wel. Eerst moet Tapha vragen wat er aan de hand is. Ik hoor hem streng vragen "Minó?! Minó?!". Malangs snikken lijkt er alleen maar erger van te worden. Ik worstel me onder het muskietennet uit en loop naakt naar de andere kamer. Daar staat het kleine mannetje tegenover Tapha  te snikken in het felle WakaWaka licht. Met zijn knuistjes veegt hij het kwijl en de tranen uit zijn gezicht. Of hij misschien weer in bed geplast heeft, vraag ik. Dat zou kunnen verklaren waarom hij zo van streek is. Hij had beloofd het niet meer te doen. Alsof hij dat in de hand heeft! Ondanks de pijn in mijn rug til ik hem op. Hij begraaft zijn natte koppetje in mijn haar. "Ide, ide, ide.."  Stop, stop, stop.. Het snikken wordt al gauw minder. "Vraag of hij misschien uit bed gevallen is" zeg ik tegen Tapha. Tapha herhaalt de vraag op strenge toon in het Mandinka. Ik voel Malang knikken. Zijn vriendje Mustapha is inmiddels ook uit het smalle bed gekomen. Hij staat er wat beschaamd bij. " Malang fall out the bed?" Hij knikt.
Nadat Tapha ze gisteravond in bad had gedaan - lekker met warm water -  waren ze kletsnat en vrolijk onder het laken gekropen. Als lepeltjes lagen de jongetjes te giegelen op het naar nu blijkt te smalle bed. Het bredere bed had ik juist deze week op het andere gestapeld voor de opslag. Voorlezen hoefde niet want een minuut later waren ze al in diepe slaap. En nu is tijdens hun gewoel Malang eruit gedonderd. Als ik hem weer in bed leg kiest hij eieren voor zijn geld en gaat achterin liggen. Mustapha kruipt met zijn ruggetje tegen hem aan. Weg zijn ze weer, in diepe slaap.

Het is fijn als de jongetjes er zijn. Ze vullen de Roundhut met hun vrolijke zingen en hun eentonige, pas aangeleerde gebeden. Natuurlijk is het jammer dat ik altijd aan Tapha moet vragen wat ze allemaal vertellen,maar er is meer dan woorden. Een heen en weer zwaaiende wijsvinger en een bestraffende blik zeggen hen genoeg. "Mambeteja!"  Dat is niet goed! Of: "Goed zo! Abetejata Bake!". En zo communiceren we het weekend vol. Vanavond brengt Tapha ze weer naar huis. Morgen moeten ze weer naar school. Maar pas na het avondeten, als het donker is. Want het verblijf bij Mamamusoo en Tapha moet zo lang mogelijk gerekt worden.
Pam-pa-dam-pa-dang. Malang drumt, zachtjes nog, maar vastbesloten. Tapha is er al lang uit en ik lig in bed te tikken. Pam-pa-dam-pa-dang.



donderdag 12 maart 2015

48 Nacht

 Het is nacht. Na uren en uren en uren piekeren, fantaseren, in mijn hoofd schrijven en weer piekeren, besluit ik plotsklaps dat het genoeg geweest is. De eerste haan heeft zich al laten horen.  In de verte blaffen honden. Over tien minuten zal  het valse gezang van de moskee te horen zijn. Bijna vijf uur. Was ik niet na een uur vast slapen wakker geworden om niet meer in te slapen? Of heb ik tussendoor nog een dutje gedaan?  Geen wonder dat ik overdag zo moe ben. En dan nu mezelf ook nog de kans op een laatste slaap ontnemen door met een hoofdlamp onder het muskietennet te gaan schrijven op het laptopje dat na twee-en-een-half uur leeg is. Die stelt tenminste een limiet. Dat kan ik van mezelf niet zeggen. Als er al grenzen zijn, dan zijn die om te passeren, te verleggen of te trotseren. Dat is de grote lol van het hier zijn. Alles anders. Nooit weten waar je aan toe bent omdat niets is wat het lijkt. Eén grote antropologische ontdekkingstocht.

Ik ga er maar eens wat beter voor zitten. Of liggen. In ieder geval een houding opzoeken waarbij mijn gekwetste bilspier nog even met rust gelaten wordt. Overigens een week geleden verrekt bij het uit de jeep tillen van een dertig kilo zware jerrycan met als gevolg een halve hernia en een slepend been. Kniesoor die daarop let. 
Ik wou het hebben over de dagelijkse handelingen. Daarover denkend in het donker kwam ik op het matten plafond dat aangebracht moest worden omdat ik het vuil in huis niet meer aankon. Niet vermoedend dat het aanleggen daarvan zoveel méér stof, vuil, cement en stenen met zich mee zou brengen.En dat het na twee dagen in een schuur geleefd te hebben in plaats van een 'palo' - huiskamer is iets teveel gezegd - bijna af was, maar natuurlijk niet helemaal. Precies boven het keukengedeelte bleken de matten op. En dus prijkt daar nu een vrolijk gat dat zicht geeft op de ruwe palmsticks en glimmende golfplaten, waauit het stof en vuil weer olijk op het 'aanrecht' en in mijn eten kan dwarrelen.

Ik wou niet klagen, maar gewoon objectief vertellen hoe doodgewone dagelijkse handelingen hier in de Roundhut in hun werk gaan. Koffie zetten en afwassen. Vis schoonmaken voor de hondjes al dan niet voor onszelf. De koelkast 'onderhouden". Het aanrecht schoonvegen. De afwasteil omwassen. Vuil verbranden. Het is alles zo anders, zoveel omslachtiger dan op de meest primitieve kampeerplek. Daar weet je tenminste dat je maar 1 pit hebt en een colafles water. Hier staat een vat van 75 liter naast het aanrecht dat  je eerst met drie jerrycans gevuld hebt en vervolgens  leeg schept met een liter-grote plastic kop. Tien keer bukken om een afwasteiltje te vullen. Afwasmiddel erin dat niet wil schoonmaken omdat het van olie of een ander goedje gemaakt is en dus niet schuimt en ook niet afwast maar wel ervoor zorgt dat je de vaat grondig na moet spoelen. Kop voor kop spoel je de borden en kopjes, pannen en bestek boven een tweede teiltje af om het daarna in het veel te kleine, maar oh zo handige Vlieland-afdruiprekje te belanden. Zoiets dus.

Of het Vlieland-koelkastje dat ik per container verstuurd heb. In het beste geval liggen daar  twee bevroren plastic zakken ijs in. Vijf dalasis per blok. Te halen in het dorp bij de Karolinka's die hun bier koel moeten houden.  Ijs smelt. En zeker in een warm land. Dus leg ik de blokken in een oude Tupperware schaal op de bodem. Elke ochtend trek ik het zware gevaarte - want gevuld met sla in een theedoek, tomaten, een halve kool, een zak vis, twee flesjes bier, een blikje fris, een pot mosterd en een pot jam - onder het aanrecht vandaan om het smeltwater in flessen te gieten.  Dat trekken schuurt en krast over de zanderige tegelvloer. Je bent meteen wakker. Alles eruit, alles erweer in.  Nu inclusief de flessen smeltwater. Na dit ritueel is de vis aan de beurt. Oh nee, eerst buiten het houtskool aanmaken in de Filippijnse vuurpot. Die staat hoog op een drum zodat ie wind kan vangen en vanzelf het vuur aangewakkerd wordt. De waterketel van de Luursemaatjes wordt gevuld met zo'n vijf koppen water - zwaar! met twee handen tillen - en kan erop als er één kooltje vuur gevat heeft.  Over een half uur kan er koffie gemaakt worden.

Zoals gezegd, ik klaag niet. Het is zoals het is. Soms zucht je erbij, soms zing je. En het heeft ook wel iets, als je na maanden Nescafe eindelijk eens de tijd neemt om echte espresso te zetten in een heuse zeskantige Italiaanse pot. Een overblijfsel van de Oostenrijkers die het onderweg in Napels gekocht hadden. Op een geimproviseerd 'rekje' van draadstaal op het gasstel of gewoon plompverloren Bam! in het houtskool buiten. Melkpoeder met water in een heuse steelpan, kloppen en de Capuccino is net echt. Nee, zo slecht hebben we het hier niet.
Ik ga nog even proberen te slapen. Ik heb me een uur vergist,,hoera!

47 Rust

En toen was er de lang gehoopte stilte. De rust. Het zachte ruisen van de wind door de mangobomen in de verte. De zon die in stilte haar best doet niet al te hard te schijnen, zodat ik met nieuwe ogen kan kijken. Met nieuwe oren horen. En opnieuw rustig adem kan halen.
Niemand die me stoort. Niemand die iets van me wil. Zelfs de hondjes zijn in diepe rust.  Het natte cement heb ik opgeveegd zodat ze op de koele tegelvloer kunnen rusten. Vandaag moet niets. En mag ik lezen. Niet buiten in de schaduw, maar op bed in mijn koele slaapkamer. De ramen wel wijdopen, want in opsluiten heb ik geen zin.
Eigenlijk zou ik de komende weken lezend moeten doorbrengen. Boeken genoeg. Mensen vragen zich af waarom ik nog blijf als het hier regelmatig 'too too much' is. Simpel. Ik heb een retourticket voor over  vier weken en geen geld teveel. Plus dat we wachten op Taphas visum dat er nu toch aan dreigt te komen.
De aankoop van het stukje land onder en rond de Roundhut is bijna niet meer een reden om te blijven.  Niemand heeft haast. En de landeigenaar al helemaal niet. De meeting die ik vorige week omstandig met hem en vier zogenaamde vertrouwenspersonen had gepland,  is gestrand om reden van 'niet kunnen'. De ogenschijnlijk  belangrijkste man in dit aankoopspel - de broer van de landeigenaar- kon niet. Op hem is nu het wachten.  Of niet. Het is vechten tegen windmolens. En ik ben geen Don Quijote, al voel ik me wel vaak zo.
En dus lees ik. Het laatse gedeelte van La Superba. Een super-boek dat me razend jaloers maakt dat je zo kunt schrijven. Zo beeldend, zo vol fantasie, zo rijk. Al is de schrijver misschien een vreselijk omhoog gevallen geile ijdeltuit. Maakt niet uit. Ik geniet van zijn boek en zit of lig mijn tijd wel uit. Liggend heb je geen pijn en voel je niet dat je mank loopt.

woensdag 11 maart 2015

46 Afrika

Het is vijf uur in de middag. De zon staat al niet meer zo hoog aan de hemel. In Brikama is het een wirwar van komend en gaand verkeer. Daaronder valt alles: luxe 4 wheel drives, barrels die op de sloop niet zouden misstaan, ezels, razendsnele fietsers die er tussendoor slalommmen. En voetgangers natuurlijk. Het is een wonder dat het allemaal langs elkaar heen glijdt zonder ongelukken te maken.
Op de markt vechten de verkoopvrouwen om mijn aandacht. "Customer!!" roepen ze, omdat ze weten dat ik voor groenten kom. Ietsjes terug zit een vrouw stilletjes achter haar berg natgemaakte sla. Met een lach hoopt ze mij te lokken. Lukt. Zij is de enige die in de schaduw zit overdag en sla uit de schaduw heb ik liever dan halfgekookte in de zon. Nu is er geen hete zon op de markt. Toch koop ik bij haar. "Jelloe? hoeveel" vraag ik wijzend op de  langwerpige tomaten in allerlei kleuren en groottes. "Tang Tang " antwoordt ze lachend terwijl ze haar hand over een bergje van vier legt. Ok, 4 bergjes dan maar. En twee kroppen sla. Naast haar zit een oude vrouw met een berg natte mintbosjes voor zich. Of ik Nana wil. Tuurlijk, 5 dalasis. Ik houd de zak met sla open en ze legt de bosjes mint ernaast. Ik ontkom niet aan de andere verkoopsters. Koop nogmaals tomaten en wortelen. Bij weer een ander aardappelen. Klaar. iedereen tevreden. Helaas. " Hello! you forget!" Ik lach: "njato njato". Later, later. Wat nergens op slaat want ik ben klaar met mijn groentenaankoop.
Om me heen zie ik enkel lachende gezichten. Verkopers en klanten. Wat een verschil met het sjagreinige gedoe op mijn  compound. Het doet me goed. Lachen kan dus nog. Ik bestudeer de hoofddeksels van de vrouwen. Die varieren van een enkele mooi opgemaakte tiko tot een soort nijlonkous die het  ongevlochten haar moet bedekken. Een plastic  pruik die scheef op het hoofd zit en af en toe recht getrokken wordt. Het is een werkdag en we zijn op de markt. Mooi is voor andere gelegenheden.
Ik stuur Tapha naar een stalletje die ijzeren kisten verkoopt. Het aftellen is begonnen en ik wil alles straks in kisten hebben. Op slot. Ik hou me gedeisd achter de jeep. De verkoop lukt: 350 dalasis, zelfde prijs als vorig jaar. Een wonder, want de prijzen stijgen hier per dag.
Nog even suiker zoeken tegen een redelijke prijs en dan naar de 'supermarkt'. Een rommelig hok waar je tussen de kratten en dozen je boodschappen moet zoeken. Drie zakken melkpoeder, een rek eieren en biscuit. Koffie hoeft gelukkig niet want die bleek ik nog in een uithoek van de kast reserve te hebben. Desalniettemin 1000 dalasis armer. Achttien euro voor twee zakjes boodschappen. Alsof ik bij de AH voor de kassa sta.
Nog steeds is niets is wat het lijkt. Vrienden blijken geen vrienden. Lieve buurkinderen lachen je uit als je probeert ze van de compound af te sturen. Een manke toubab, hahaha, dat is pas leuk. Vooral als ze probeert je achterna te zitten om de poort te sluiten en de hondjes inmiddels toch ontsnapt zijn. Lol.
'sAvonds zit ik stil aan tafel. In het donker. Het plafond is halfaf. In de kamer is het een ravage. Stenen, cement, stof. De lichten zijn niet aangesloten. De hondjes hebben ondertussen  een gat in de omheining geknauwd en ik kan ze niet vangen noch het gat dichten. Teveel pijn in mijn lijf.  Ik heb er geen woorden meer voor. Als Tapha thuiskomt kan ik niets anders uitbrengen dan "It is too too too much". Uitjanken en opnieuw beginnen als altijd. Wat moet je anders?
De volgende dag gaat de zon gewoon op. Het stemt me hoopvol. Wie weet wordt alles dan anders. 
Dan komt onze metselaar Marena binnen. Zijn gezicht staat droevig. "Tha baby passed away". Shit. Een week oud. Hoe? Wat? Waar? Hij vertelt gelaten hoe ze van kliniek naar ziekenhuis gegaan zijn. En hoe het uiteindelijk zondag overleden is. Dat is pas erg! Het relativeert alles waar ik me mee bezig houd. Afrika.. it sucks sometimes..

zondag 8 maart 2015

45 Water

Ze zijn weer terug, de buurkinderen. Maar nu in een andere samenstelling. Er is een meisje bij. Aan haar tanden te zien zou ze een dochtertje van onze tokkende en sissende buurvrouw kunnen zijn. Die is overigens al een week niet meer naar de put gekomen. Haar moeder wijst op haar wang. Aha. Kiespijn. Toen ik laatst vroeg hoeveel het kostte - 60 dalasis - haalde haar moeder de schouders op en mompelde iets van 'salary' en nog wat  Mandinkawoorden. Ik besloot het af te wachten want dat salaris zou ze binnen een dag krijgen van de Preschool. Daar werkt ze als kookster. Sindsdien niets meer gehoord. Prima, want ze moeten zichzelf bedruipen en ik kan niet altijd bijspringen.
"You come for the swingers?" vraag ik de kinderen die door Malang binnen gelaten zijn. Eigenlijk geen idee of dat het juiste woord voor schommel is, maar ze weten precies wat ik bedoel. Knikken hevig en racen naar de mangoboom waaraan ik twee schommels gehangen heb. Meer dan vier laat ik niet toe, dat weten ze. Met Malang erbij zijn het vijf, geen nood, er is genoeg te spelen. De puppies rennen rond sinds ik ze een half uur geleden uit het hondenhok bevrijd heb. Ze zijn zo snel, zigzaggen tussen je benen door en maken dat ik regelmatig bijna languit op de compound lig.
Het is verdacht stil opeens. ik ga naar buiten om poolshoogte te nemen. Daar komen de hondjes aanrennen van ver. De kids er achteraan. Aan hun serieuze gezichten  meen ik af te lezen, in combinatie met hun armgebaren, dat de hondjes geprobeerd hebben te ontsnappen. Of zoiets. Malang, de kleinste van het gezelschap, heeft een afgebroken machete in zijn hand. Stoerdoenerij waar ik niets van wil weten. Zelfs babies spelen met machetes. Vind je het gek dat ze elkaar ermee afmaken als het oorlog wordt!?

Het waait erg vandaag. De zon is laat doorgekomen, maar toch was het te kil op het strand. Ok, ik ben niets meer gewend ;-) Vanochtend even naar mijn sponsordochter in Boboi Lodge gereden. Samen even de lakens uitgewassen die Malang onder gepiest had vannacht. Zij heeft een kraan met heus stromend water.  Wat betreft water heb ik echt mijn langste tijd hier gehad. Mijn lijf is moe en doet zeer. Ik accepteer dan ook dat het hier in de Roundhut soms ronduit vies is. Na een keer moppen van de vloer kan je het water weggooien. Om dan weer naar de put te gaan.. pffht! Gisteren viel de pan met vis uit mijn handen. Ik ben gaan zitten en heb Sally geroepen, voor wie het bestemd was. "Sorry lieverd, vandaag eet je van de vloer". Zelfs zij leek het niet te kunnen geloven en aarzelde flink voor ze  de vissenkop tussen haar tanden nam. Jammer dat ze niet dweilen kan.

dinsdag 3 maart 2015

44 buurjongens

"Hello Tenaka, what is your name?!" Gegiegel bij de toegangsdeuren van de compound. "Hello-ho!! How are you?" In gedachten trek ik bij de put middenop de compound emmertje na emmertje naar boven en kieper het in de klaarstaande grote emmers. Niet te vol, want dan kan ik mijn nek wel weer vergeten de komende dagen.
"Soe-moelee! How are you?!" De jongetjes houden vol. Ik niet. En dus bekijk ik ze eindelijk en groet terug. Wie het zijn? Geen idee. Misschien van hiernaast, of anders van verderop. Ik ben al blij als ik wat kindertjes van de buurvrouw  die hier haar tuin bewatert herken. De jongens hangen aan de toch al verbogen roestige deur. "We help." Waarom ook niet. Als ik in dit tempo met halve emmers doorga ben ik over een paar uur nog niet klaar met de tuin en de bananenplanten. "Come."roep ik over de compound. De jongens scheuren naarbinnen alsof ik ze een zak snoep voorhoudt. Al gauw blijken twee emmers niet genoeg. Ze willen werken. Sjouwen met water. En dus haal ik alles 'uit de kast'. Halve jerrycans, een verfblik,een half vergane gieter, een niet zo erg lekke emmer en de twee nieuwe emmers. De jongste zal zo'n zeven jaar zijn, de oudste misschien tien. Ik giet de klaarstaande emmers en vaten voor een kwart vol. "Small small. Dmanding" leg ik ze uit. Met kleine beetjes tegelijk. Want te vaak zie ik kinderen met meer dan de helft van hun lichaamsgewicht aan water sjouwen. "Small-small- dmanding-dmanding!! apen de jongens me na en rennen vrolijk naar de bedden met bosjes juist ontsproten worteltjes. Ze maken er een sport van om zo gauw mogelijk terug te zijn om weer nieuw water van me te krijgen. Zouden ze Engels leren op school? Of zouden ze Arabische school doen? Gaan ze eigenlijk wel naar school?!  Als ik het ze vraag blijft een duidelijk antwoord uit. Maar het is overduidelijk dat ze graag willen praten in een andere dan hun eigen Mandinka-taal. "Goed zo! Well done!" roep ik als ze voor de zoveelste keer bij de put staan te dringen. "Goed-zo-well-done" herhalen ze in koor. Tellen kan er dan ook nog wel bij. En zo staan de jongens even later op hun vingers in drie talen tot vijf te tellen: Mandinka, Engels en Nederlands.

Had ik nou toch niet naar hun namen moeten vragen? Juist deze keer gaf ik dat op. Ik zou ze misschien toch nooit meer terugzien of ze niet herkennen. Volgende keer toch maar weer doen, als altijd.
Het is mooi geweest voor vandaag. Ik bedank ze hartelijk met elk een Nederlands citroenballetje. Vrolijk rennen ze de compound af. Ach.. zijn ze helemaal vergeten waarvoor ze ongetwijfeld kwamen. Voor de twee schommels in de mangoboom natuurlijk! Volgende keer dan maar. Met de 'toebab' samen de planten bewateren was klaarblijkelijk leuk genoeg.