"Hello Tenaka, what is your name?!" Gegiegel bij de toegangsdeuren van de compound. "Hello-ho!! How are you?" In gedachten trek ik bij de put middenop de compound emmertje na emmertje naar boven en kieper het in de klaarstaande grote emmers. Niet te vol, want dan kan ik mijn nek wel weer vergeten de komende dagen.
"Soe-moelee! How are you?!" De jongetjes houden vol. Ik niet. En dus bekijk ik ze eindelijk en groet terug. Wie het zijn? Geen idee. Misschien van hiernaast, of anders van verderop. Ik ben al blij als ik wat kindertjes van de buurvrouw die hier haar tuin bewatert herken. De jongens hangen aan de toch al verbogen roestige deur. "We help." Waarom ook niet. Als ik in dit tempo met halve emmers doorga ben ik over een paar uur nog niet klaar met de tuin en de bananenplanten. "Come."roep ik over de compound. De jongens scheuren naarbinnen alsof ik ze een zak snoep voorhoudt. Al gauw blijken twee emmers niet genoeg. Ze willen werken. Sjouwen met water. En dus haal ik alles 'uit de kast'. Halve jerrycans, een verfblik,een half vergane gieter, een niet zo erg lekke emmer en de twee nieuwe emmers. De jongste zal zo'n zeven jaar zijn, de oudste misschien tien. Ik giet de klaarstaande emmers en vaten voor een kwart vol. "Small small. Dmanding" leg ik ze uit. Met kleine beetjes tegelijk. Want te vaak zie ik kinderen met meer dan de helft van hun lichaamsgewicht aan water sjouwen. "Small-small- dmanding-dmanding!! apen de jongens me na en rennen vrolijk naar de bedden met bosjes juist ontsproten worteltjes. Ze maken er een sport van om zo gauw mogelijk terug te zijn om weer nieuw water van me te krijgen. Zouden ze Engels leren op school? Of zouden ze Arabische school doen? Gaan ze eigenlijk wel naar school?! Als ik het ze vraag blijft een duidelijk antwoord uit. Maar het is overduidelijk dat ze graag willen praten in een andere dan hun eigen Mandinka-taal. "Goed zo! Well done!" roep ik als ze voor de zoveelste keer bij de put staan te dringen. "Goed-zo-well-done" herhalen ze in koor. Tellen kan er dan ook nog wel bij. En zo staan de jongens even later op hun vingers in drie talen tot vijf te tellen: Mandinka, Engels en Nederlands.
Had ik nou toch niet naar hun namen moeten vragen? Juist deze keer gaf ik dat op. Ik zou ze misschien toch nooit meer terugzien of ze niet herkennen. Volgende keer toch maar weer doen, als altijd.
Het is mooi geweest voor vandaag. Ik bedank ze hartelijk met elk een Nederlands citroenballetje. Vrolijk rennen ze de compound af. Ach.. zijn ze helemaal vergeten waarvoor ze ongetwijfeld kwamen. Voor de twee schommels in de mangoboom natuurlijk! Volgende keer dan maar. Met de 'toebab' samen de planten bewateren was klaarblijkelijk leuk genoeg.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten