Tegen vieren hobbelt de jeep de compound op. Onder de mangoboom is het een kleurig
gebeuren. Vrouwen met de meest uiteenlopende hoofddeksels wachten gedwee op
veel te kleine bankjes. Wie weet hoelang ze daar al op het “bruidspaar’ zitten
te wachten. Als we halt houden en uitstappen worden we ontvangen met applaus.
In mijn werkkleren – want net terug van de Roundhut – geef ik de vrouwen
een-voor-een een hand, aangenomen dat ik er waarschijnlijk geen een van ken. Ik
doe maar wat er in me opkomt en meestal pakt dat goed uit. Tapha staat er
verlegen lachend bij. Goedgekeurd.
We nemen snel een bad en steken ons in de kleren. Klap!
Klap! Klap! Wederom applaus. Ik ben er inmiddels aan gewend geraakt dat dit
niet zomaar en ceremonietje wordt en voel me af en toe net “Maxima gaat voor Ontwikkelingshulp”. Klokslag vijf wordt het stil op de compound en
begint de Imam te bidden. Samen met de dorpsoudsten - allemaal in het wit – zit hij op de in der
haast uit de huisjes getrokken matten. Er omheen, in een carré, zitten jongens en jongemannen op stoelen. De
handen open gevouwen, met de Imam mee murmelend, biddend. Ik bezie de ceremonie
vanaf de zijkant. Tapha hangt over de veranda om het goed te zien. Het is
absoluut indrukwekkend hoe serieus iedereen naar de gebeden luistert, waarin
geheel onverwacht “Tineke Kalis” genoemd wordt.
En het is heel bijzonder dat ik door bekenden en onbekenden bedankt
wordt voor het feit dat ik trouw met Tapha. Je gaat bijna denken dat er een
addertje onder het gras zit. Dat addertje, als dat er zou zijn, daar ben ik me terdege van bewust. Natuurlijk
liften ze mee op onze vermeende rijkdom. Maar dat sluit liefde niet uit. Het
kleurt het hooguit.
Het plechtige moment van ‘colanoten overhandigen’ wordt een stuk minder
plechtig wat mij betreft, als de papieren trays met Fantablikjes naar voren
worden geschoven. Ieder op de mat krijgt een blikje. De oude mannen steken de
rose purperen noten in hun mond en kauwen het bittere sap eruit. Of zoiets.
Want wanneer weet je nu echt hoe het zit? Nooit. Dat bleek wel toen Oumi me
samen met Tapha het huis in duwde, het achterplaatsje op. “It is the culture
Tineke..” begon ze. Direct zette ik me schrap maar probeerde haar
desalniettemin verder te laten praten.
Want dat het op geld zou uitdraaien.. ik wist het. En daarom onderbrak ik haar
toch maar met “No surprises”. Ik leek niet te begrijpen wat ze vertelde dat er
moest gebeuren totdat ik het woord “borrow” hoorde. Lenen? Geld lenen van de Bruid
voor de Bruidschat? Dat was precies wat Oumi bedoelde. Tapha moest haar –
immers mijn moeder – de bruidsschat betalen en plein public. De grap was dat
Oumi het daarna stiekum weer terug zou geven aan mij. Ineens was er geen addertje meer, wel
10 bankbiljetten die ogenschijnlijk de Bruidsschat voor moesten stellen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten